Ambulancedienst ZHZ ziet af van elektrische ambulance
Regio – Het verder testen van een volledig elektrische spoedambulance in de regio Zuid-Holland Zuid gaat voorlopig niet door. Deze week heeft de Ambulancedienst Zuid-Holland Zuid besloten om de bestelling van dit type voertuig stop te zetten. Directeur Hans Janssen legt uit: “Helaas is er onverwachts twijfel ontstaan over de topsnelheid die deze ambulance kan halen. Die snelheid lijkt niet genoeg om de hoogwaardige, veilige acute zorg te kunnen waarborgen. Een spoedambulance moet snel genoeg kunnen rijden.”
Vorig jaar kondigde de ambulancedienst vol trots aan dat ze een elektrische ambulance wilden toevoegen aan hun vloot van twintig voertuigen. Janssen zegt: “We wilden zelf ervaren wat elektrisch rijden ons kan bieden met een volledig uitgeruste, zware ALS-ambulance. Dit zagen we als een volgende stap, vooral omdat we al met succes een elektrische, maar veel lichtere Rapid Responder en twee elektrische dienstwagens in gebruik hebben genomen. Die werken en presteren trouwens helemaal naar verwachting.”
Bestelling geannuleerd
Toch komt de volgende stap, ondanks de enthousiaste voorbereidingen, voorlopig niet. “We zouden het voertuig – dat nog grotendeels gebouwd moet worden – eventueel nog kunnen afnemen en anders inzetten, bijvoorbeeld voor niet-spoedeisend vervoer van patiënten op afspraak. Maar dat was niet de bedoeling van de pilot: het ging juist om ervaring opdoen met spoedvervoer en elektrisch rijden. Daarom hebben we besloten de bestelling te annuleren. Het snel kunnen bereiken en vervoeren van een patiënt in nood blijft altijd ons hoogste prioriteit.”
Teleurstellend
Tijdens de proef was er veel aandacht voor de actieradius. Bij de overgang naar elektrisch rijden is dat momenteel een belangrijk punt voor alle elektrische bedrijfswagens. “Dat het zou afhangen van de maximum snelheid, hadden we niet voorzien,” sluit Janssen af. “Het is teleurstellend, maar we hopen dat er snel een beter moment komt met meer zekerheden om alsnog elektrisch met spoed te gaan proefrijden. Tot die tijd blijven we ons richten op andere gebieden – zoals gebouwen, afval en medische spullen – om onze bedrijfsvoering zo groen en duurzaam mogelijk te maken.”