Openbaar vervoer laat te wensen over

Alblasserwaard – De bereikbaarheid van kleine kernen met het openbaar vervoer laat te wensen over. Dat blijkt uit de enquête van reizigersoverleg RODAG, die tussen december 2024 en maart 2025 is ingevuld door 150 mensen.

Ongeveer de helft maakt regelmatig gebruik van het OV (dagelijks of wekelijks). Deze groep is vooral afhankelijk van de bus, gevolgd door de trein. Deelfietsen en andere vormen van deelmobiliteit worden opvallend genoeg niet gebruikt.

Op de vraag hoe bereikbaar de kleinere kernen zijn, gaf 90% aan dat de bereikbaarheid slecht is. Vooral in de avonduren is het OV geen reëel alternatief voor de auto. Slechte aansluitingen en het ontbreken van directe routes worden het vaakst genoemd.

Veel mensen hebben ook concrete problemen ervaren met het OV in hun eigen kern. Voor frequentere reizigers zijn het niet of te laat opdagen van de bus en slechte aansluitingen de problemen. De incidentele reizigers geven voornamelijk aan dat er te weinig aanbod is.

Verbeterpunten zijn er genoeg aangegeven. De meeste deelnemers aan de enquête pleiten voor hogere frequentie van het OV en betere aansluitingen, vooral in de avond. Maar ook nieuwe routes zouden bij veel mensen helpen, o.a. richting de kleine kernen. Voor 54% van de mensen is de frequentie van de ritten het belangrijkste aspect van goed OV, gevolgd door betrouwbaarheid (33%).

Het ReizigersOverleg Drechtsteden, Alblasserwaard en Gorinchem neemt de uitkomsten van de enquête mee in het volgende overleg. Hoewel het om een beperkte groep gaat, geven de resultaten duidelijke signalen.
“We zien waardevolle punten om mee te nemen richting vervoerders en beleidsmakers,” zegt Simon Bor namens RODAG. “Tegelijkertijd luisteren we ook naar andere geluiden, want er zijn ook reizigers die wél tevreden zijn. Deze uitkomst is een van de puzzelstukken in het bredere gesprek over beter openbaar vervoer in de regio.”